
Taxuskevers zijn van die kleine nachtraven die er op het eerste gezicht best onschuldig uitzien, maar ondertussen je tuin terroriseren alsof ze er huur betalen. Hun larven zijn nog erger: die knabbelen de wortels van je planten op alsof het chips zijn. Gelukkig bestaat er een natuurlijke held: aaltjes! In dit artikel ontdek je hoe deze microscopische superhelden jouw planten komen redden — zonder gif, zonder stress, en zonder dat je in een labjas hoeft rond te lopen.
Hoe herken je de taxuskever en zijn ellendige larven
Taxuskevers zijn nachtelijke kevertjes die overdag chillen in de schaduw en ’s nachts aan je planten knagen. Je herkent ze aan hun zwarte kleur en hun kenmerkende snuitje. Het probleem? Ze eten niet alleen van je plantenbladeren, maar laten ook van die typische hapjesrandjes achter. Geen kunstwerk, maar eerder een kunstmoord op je tuin.
Maar het echte drama speelt zich onder de grond af. De larven van deze kever zijn witte, vlezige krioelende beestjes met een oranje kopje. Ze leven van wortels. Je planten gaan hierdoor hangen, verwelken of vallen zelfs helemaal om. Alsof ze een dramatische scène naspelen in een soapserie.
Gelukkig hoef je niet te grijpen naar chemische troep. Als je denkt: ik wil de bestrijden taxuskever aanpakken op een slimme manier, dan zijn aaltjes jouw nieuwe beste vriend. Deze piepkleine wormpjes gaan als een SWAT-team achter de larven aan en ruimen ze netjes op. Serieus, Mother Nature heeft haar eigen special forces.
Wat zijn aaltjes eigenlijk en waarom zijn ze zo handig
Aaltjes, ook wel nematoden genoemd, zijn minuscuul kleine wormpjes die je met het blote oog niet eens ziet. Klinkt een beetje creepy, maar ze zijn 100% onschuldig voor jou, je kinderen, je huisdieren én je planten. Alleen larven van taxuskevers? Die staan op hun vijandenlijstje.
Zodra je de aaltjes op de juiste manier aanbrengt (kom ik zo op terug), gaan ze op zoek naar hun prooi. Ze dringen de larven binnen, scheiden een bacterie af en BAM – binnen een paar dagen is de larve dood. Klinkt heftig, maar hé, dit is precies wat je wil als je tuin wordt belaagd.
Wat ook fijn is: aaltjes zijn selectief. Ze vallen niet zomaar alles aan wat beweegt, alleen de larven van de taxuskever. Dat maakt ze ideaal voor biologische bestrijding. Geen collateral damage, geen paniek. En het leukste? Je hoeft er niks voor te spuiten, mengen of koken. Gewoon water en gieten.
Zo gebruik je aaltjes op de juiste manier in je tuin
Aaltjes worden geleverd in een soort poeder, die je oplost in water. Daarna giet je dat mengseltje simpelweg over de grond bij je planten. Easy, toch? Maar er zijn een paar dingen waar je op moet letten, want deze kleine beestjes zijn een tikkeltje kieskeurig.
Ten eerste: temperatuur. Ze houden niet van kou. De bodem moet minstens 12 graden zijn, anders gaan ze zelf in winterslaap. Dus begin pas met gieten als het echt lente begint te worden of als de nazomer nog wat warmte geeft. Anders werken ze gewoon niet goed.
Ten tweede: vochtigheid. Aaltjes zijn dol op vochtige grond. Giet daarom vóór en na het aanbrengen flink wat water, en houd de grond daarna een week lang vochtig. Zie het als hun persoonlijke wellness-retreat, waar ze zich helemaal kunnen uitleven op taxuskeverlarven.
Tips om je tuin aaltjes-klaar te maken voor de aanval
Voor je begint met gieten, is het slim om je tuin even na te lopen. Waar zie je tekenen van vraat? Waar zakken je planten in alsof ze maandag hebben? Die plekken zijn de hotspots waar je je aaltjes moet droppen. Denk als een detective. Hoe beter je ze lokaliseert, hoe doeltreffender de aanval.
Gebruik je gieter met een fijne broes of een drukspuit met een zachte straal, zodat de aaltjes niet meteen verdrinken of alle kanten op spatten. Je wil dat ze rustig de grond in zakken, als parachutisten op missie. Niet als raketten die de stoep raken.
Je hoeft trouwens niet bang te zijn dat ze blijven hangen in je tuin. Als de larven op zijn, sterven de aaltjes vanzelf af. Niks blijft hangen. Dus je hebt geen last van blijvende veranderingen in de bodem, geen overpopulatie, geen horrorfilmscenario. Gewoon: missie geslaagd, en klaar.